25 februari 2023 t/m 11 juni 2023
In de enerverende jaren ’80 wordt de schilderkunst herontdekt. Maarten Ploeg (1958 – 2004) is in die tijd een spraakmakend kunstenaar en muzikant. In 1982 ontvangt hij de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst en eind jaren ‘80 ontpopt hij zich tot een pionier op het gebied van computerkunst. Toch is zijn naam niet zo bekend en bevindt zijn werk zich nauwelijks in musea. De jaren ’80 worden met name geassocieerd met kunstenaars als René Daniëls, Rob Scholte en Marlene Dumas, maar de tijd was veel rijker. Het werk van Maarten Ploeg is van hoge kwaliteit en speelde een veel grotere rol dan in eerste instantie gedacht. Het is de taak van een museum om omissies in de kunstgeschiedenis te corrigeren en daarom brengt Kunstmuseum Den Haag de eerste overzichtstentoonstelling van zijn werk sinds zijn voortijdige dood.
“Wat wil ik met mijn kunst? Wat ik wil met m’n leven! Spanning & rust, liefde & haat, orde & chaos, succes & deceptie. Kortom ALLES en dus NIETS. Ik kom dan ook niet ergens te staan met “mijn kunst”, maar ik loop ergens naartoe en dan vandaan”, schrijft Ploeg in de tijd dat hij studeert aan de Gerrit Rietveld Academie. In dezelfde notitie omschrijft hij ‘de traditie’ als niet meer dan een serie door kunsthistorici verzamelde plaatjes en dingen in boeken in museums. Hij vraagt zich af wat ze hebben laten liggen. Kunstmuseum Den Haag kocht in de jaren ’80 werk van Ploeg aan. “Met deze tentoonstelling bewijzen we dat Maarten Ploeg absoluut een plek verdient binnen de Nederlandse kunstgeschiedenis”, aldus directeur Benno Tempel.
Zoektocht naar abstractie
De tentoonstelling in het Kunstmuseum toont een dwarsdoorsnede door het hele oeuvre: naast zo’n zeventig schilderijen zijn ook videoclips en abstracte videokunst te zien. In de beginperiode maakt Ploeg deel uit van de Nieuwe Wilden en maakt hij neo-expressionistisch werk, rauw en kleurrijk. Later ontwikkelt hij een heel eigen beeldtaal die rijk is aan verbeeldingskracht en regelmatig een lach op het gezicht tovert. De kunstenaar zoekt naar abstractie en kiest vaak voor heldere kleuren en eenvoudige, veelal geometrische vormen. De digitale vormen die hij later in zijn computerkunst ontdekt, hebben invloed op zijn schilderkunst. In tegenstelling tot de op dat moment heersende trend wordt zijn werk abstracter en bevat elementen van De Stijl, Picasso en het kubisme en het suprematisme (Paul Mansouroff). Abstractie weet Ploeg in zijn schilderkunst echter nooit helemaal te bereiken. Er kruipt, zoals hij zelf destijds ook aangaf, altijd wel een gezicht in.
Baanbrekende videokunst
Vanaf 1987 verkent Ploeg de mogelijkheden van de Amiga computer, de eerste multimediacomputer voor thuisgebruik. Hij gebruikt het in feite als een nieuwe manier om te schilderen en hiermee slaagt hij er wél in om volkomen abstracte beelden te maken. Dit leidt tot een nieuw visueel en inhoudelijk hoogtepunt van zijn carrière en tevens een inspiratiebron voor vele nieuwe computer- en videokunstenaars. Zijn Ophthalmology-reeks (1992 – 1995) is als een hypnotiserende sensuele reis door het visuele brein van de computer. De computerwerken zijn in de nachtelijke uren te zien op de zender Park 4DTV, mede door hem gestart in 1991, nadat hij eerder al vernieuwende tv-programma’s maakte voor televisiepiratenzender P.K.P.-TV en de VPRO. Zeker in die tijd was het bijzonder dat hij met zijn computerkunst een breed publiek kon bereiken dankzij uitzending via lokale televisiekanalen van Amsterdam, Rotterdam, Berlijn en New York, en via internet.
Muziek speelt een grote rol
Al vanaf eind jaren ‘70 speelt ook muziek een grote rol in Ploegs leven. Hij maakt furore in drie bands. Met Peter Klashorst richt hij de succesvolle kunstpunkband Soviet Sex op, waar tevens zijn broer Rogier en later ook zangeres Ellen ten Damme en schilder Bart Domburg deel van uitmaken. Daarnaast was hij zanger en gitarist in Interior, Blue Murder en Astral Bodies. De videoclips zijn overduidelijk gemaakt door een beeldend kunstenaar en Maarten beweegt zich door de decors als een Nederlandse David Byrne, de zanger van de Talking Heads. Een compilatie van een aantal muziekvideo’s, waarvoor Ploeg de art direction verzorgde, is in de tentoonstelling te zien.
Maarten Ploeg (die eigenlijk Maarten van der Ploeg heette) volgde een opleiding aan de audiovisuele afdeling van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, waar hij ook zijn partner Ryu Tajiri ontmoette. Later zette hij zijn studie voort bij Ateliers ’63. In 1982 ontving hij de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst en in 1985 de Prix de Rome basisprijs voor schilderen. Vanaf 1989 is hij zelf docent op de Gerrit Rietveld Academie bij de afdeling Voorheen Audio-Visueel, waar hij samen met Peter Mertens de werkplaats MediaLab opricht en de Amiga computer introduceert.
De tentoonstelling komt tot stand in samenwerking met de Maarten Ploeg Trust.
In de museumwinkel én hier is een publicatie verkrijgbaar over het leven en werk van de kunstenaar: PLOEG + WERK 1958-2004.